Iedereen heeft het ooit wel eens gegeten: een Limburgse vlaai. Maar wat maakt deze vlaai nou zo lekker, en waar komt deze vandaan? Men denkt vaak dat deze van oorsprong uit Limburg komt, dit blijkt echter niet het geval te zijn.
De oorsprong
Diverse websites en artikelen op internet geven aan dat de vlaai in Duitsland is ontstaan. Wel is gebleken dat de voorloper uit België komt. Deze voorloper wordt ook wel vladen genoemd. Deze werden gemaakt door een mengsel van ei met fruit wat aan beide kanten warm werd gemaakt. In Duitsland werd later gebruik gemaakt van een ingevette steen om het aanbakken van de vlaai te voorkomen. Om het wat lekkerder te maken werd er honing ingegoten of vruchtensap. Hiervoor moesten eerst kleine sneden gemaakt worden in de vlaai.
In Limburg werd de vlaai omschreven als een platte en ronde broodkoek die besmeerd is met fruit of rijstebrij. In andere landen werden weer andere namen gebruikt. In Oostenrijk bijvoorbeeld “Flecke” en in Frankrijk “Tarte aux riz”.
Hoe maak je het?
Allereerst zul je op zoek moeten gaan naar de juiste ingrediënten. Voor een abrikozenvlaai heb je bijvoorbeeld het volgende nodig om het deeg te maken: 300 gram bloem, een beetje zout, 30 gram gist, 25 gram boter, 150 cl melk, 3 lepels basterd suiker, 1 eierdooier en paneermeel.
Warm de melk tot het lauw is op en voeg de gist toe. Voeg vervolgens de bloem toe met een zeef. Maak nu een gat in de bloem en voeg de boter, suiker, eierdooier en wat olie toe. Mix dit goed en voeg de melk met gist toe. Mix het geheel vervolgens tot de luchtbellen eruit zijn. Zet vervolgens het deeg op een warme plaats zodat het kan rijzen, dek het indien nodig af met een vochtige doek.
Nu is het tijd om de vulling te maken. Hiervoor zijn een kilo abrikozen, citroensap, 60 gram suiker en 3 eetlepels aardappelzetmeel nodig. Kook de abrikozen in warm water en pel de abrikozen na 10 minuten. Zodra deze afgekoeld zijn moet het uitlekvocht toegevoegd worden aan het aardappelzetmeel. Snij de abrikozen nu door de helft en verwijder de pitten. Voeg nu de abrikozen toe aan de mix en laat het 30 minuten rusten.
Daarna is het tijd om de taart te maken. Kneed het deeg en vul de vorm met deeg zodat de bodem bedekt is. Voeg de abrikozenvulling toe en zorg dat het in zijn geheel bedekt is. Gebruik de rest van het deeg om de bovenkant te maken. Indien gewenst kun je met een keukenapparaat ruiten maken in het deeg om het de typische Limburgse look te geven. Zodra het geheel in de taartvorm zit kan het in de oven gezet worden. Bak de vlaai gedurende 25 minuten op 180 graden. Even af laten koelen, en klaar!
Limburgse vlaai kopen?
Zoals je net hebt kunnen lezen kost het redelijk wat tijd om een abrikozenvlaai te maken. Wanneer je een vlaai wilt kopen kun je op verschillende plekken terecht. Maar voor een van de lekkerste vlaaien moet je bij Jan Linders supermarkten zijn. Deze vlaaien worden daadwerkelijk in Limburg gemaakt en elders in het land verkocht. Ze komen dus vanuit de locatie waar het allemaal begonnen is, en zijn dan ook beter dan andere vlaaien.
Ook benieuwd hoe vloerbrood wordt gemaakt? Lees dan eens dit artikel.
Geef een reactie